De mannelijke kalveren groeien het eerste half jaar op door melk te drinken en een mengsel van granen en maïs te eten. Het melk drinken wordt na verloop van 10 weken langzaam afgebouwd.

Na het eerste halve jaar blijven de kalveren met een vast groepje bij elkaar en gaan ze over op een ander voedingspatroon. Door dit voedingspatroon van een speciaal mengsel van granen en aardappelen blijven de kalveren gezond en krijgen ze het juiste gewicht. Ze blijven in deze periode net zoals daarvoor gehuisvest in ruime hokken en liggen dagelijks in het verse stro. De kalveren genieten daardoor van de rust, ruimte en regelmaat op ons bedrijf. 

Uiteraard word de stromest uit de kalverenhokken net zoals bij de koeien gebruikt om het land te bemesten waarop de gewassen groeien. De stromest die we over het land verspreiden, is namelijk zeer goed voor de bodem en staat tevens ten dienste van de weidevogels die hier voeding en nestmateriaal in vinden. Na een aantal maanden nadat het voedingspatroon is gewijzigd zijn de kalveren op het juiste gewicht om geslacht te worden. Het kalfvlees dat hierdoor ontstaat wordt nader toegelicht onder het kopje ‘Het Vlees’.